Label: <span>zanzibar</span>

De reis (planning)

De reis van dag tot dag

Dag 1 Vertrek Amsterdam 13 augustus 2006
Vandaag stap je in het vliegtuig naar Uganda. In Nairobi stap je over op de vlucht naar Entebbe, waar je de volgende ochtend aankomt. Het kan voorkomen dat er gebruik wordt gemaakt van een dagvlucht. De overnachting zal in Kampala zijn.

Dag 2 aankomst Kampala 14 augustus 2006
In Entebbe word je verwelkomd door onze reisbegeleider. Je reist in ongeveer een half uurtje door naar Kampala, de hoofdstad van Uganda.

Kampala is de stad van de ’zeven heuvels’ waar diverse religieuze groeperingen en regeringsgebouwen op en rondom zijn gevestigd. Ondanks dat de stad inmiddels aardig is uitgedijt over twintig heuvels doet zij nog steeds zeer provinciaals aan. Vanaf 1990, toen het 100-jarig bestaan van de stad werd gevierd (het Centenary Park is ter gelegenheid hiervan speciaal aangelegd), is de renovatie flink ter hand genomen en krijgt de stad zijn oude allure langzaam weer terug.

Afhankelijk van de tijd kan je vandaag de stad gaan verkennen.
Wil je alles te weet komen over de geschiedenis van Uganda, bezoek dan beslist het Nationaal Museum. In dit oudste museum van Afrika (daterend uit 1908) tref je een prachtige collectie muziekinstrumenten aan. Een van de zeven heuvels heet de Kasubi-heuvel, beter bekend als de ’heuvel van de koningen’. In de graftombe, eens het paleis, zijn de koningen Mutesi I, Mwanga III, Chwa II en Edward Mutesa II begraven. Bezoek deze heilige plaats, een fraaie hut opgetrokken uit riet, hout en glas.

Bezoek ook beslist de achterzijde van de drukke Kampala Road. Hier vindt op een paar vierkante meter de grootste straathandel plaats die je maar voor kunt stellen. Of bekijk de chaos op het ’matatu’ station, waar alle lokale busje kris kras geparkeerd staan en er op kunstzinnige wijze met veel getoeter zich weten uit te manoeuvreren.

Dag 3 Kampala – Fort Portal 15 augustus 2006
Vandaag volg je een lange route in westwaartse richting naar de mooie stad Fort Portal, eens de hoofdstad van het Toro-koninkrijk.

Onderweg kom je langs vele ‘Tanuru’s ‘, de ovens waar men stenen bakt voor de huizen. Komt er eenmaal rook uit de bovenkant van dit vierkanten stenen bouwwerk, dan wordt er onderin geen hout meer toegevoegd. De oven is op temperatuur. De kleine gaatjes aan de buitenkant blijven open om de stenen niet te laten barsten door de aanwezige drukverschillen. Na 24 uur zijn de stenen ‘gaar’! Je rijdt door groene heuvels en passeert vele locals die op hun met bananentrossen beladen fietsen balancerend rijden. Een hele klus! De lager gelegen gedeeltes, de moerassen, staan vaak bezaaid met papyrusplanten met hun kenmerkende groene bolvormige bloemen. Ook heb je hier de kans om de zeldzame Shoebill te spotten.

De omgeving van Fort Portal wordt ook wel de graanschuur van Uganda genoemd. Thee, ananas en koffie wordt er verbouwd vanwege het zeer milde klimaat.
Je verblijft de komende twee nachten even buiten Fort Portal in de omgeving van het Kibale Nationaal Park.

Dag 4 Fort Portal 16 augustus 2006
Vandaag heb je de mogelijkheid een bezoek te brengen aan het Kibale Nationaal Park. Het Kibale Nationaal Park, ter grootte van 770 vierkante kilometer, is een uitloper van het Queen Elizabeth Nationaal Park.

Kibale bestaat voornamelijk uit regenwoud waarin meer dan 1000 chimpansees goed gedijen. Kibale is een belangrijk park waarin de ‘Uganda Wildlife Authority’ en het ‘Jane Goodall Institute’ intensief samenwerken om chimpansees met mensen in contact te laten komen met zo min mogelijke verstoring van hun natuurlijk leefmilieu. In dit park kun je een van de vele gemeenschappen chimpansees observeren die zich in groepen van minimaal 30 en maximaal 120 verplaatsen van boom naar boom. De kans deze primaten te zien tijdens je wandeling van circa twee tot vier uur is maar liefst 90%! Twee maal per dag mogen er vier groepen (met elk vier deelnemers maximaal) onder begeleiding van een ranger het park in. Mocht je belangstelling hebben om met een gekwalificeerde ranger een ochtend- of middagwandeling te maken geef dit dan aan bij je boeking. Wij reserveren dan een permit voor je.

Dag 5 Fort Portal – Queen Elizabeth Nationaal Park 17 augustus 2006
Je reist verder naar het Queen Elisabeth Nationaal Park. Dit park neemt een gebied van ca. 2000km2 in beslag. Eenmaal in het park, rijd je door een landschap van cactusbomen. De beste tijd om wild te zien is in de vroege ochtend en in de namiddag.
In het park kun je de Oegandeese kob, wrattenzwijnen en met wat geluk ook leeuwen, luipaarden, olifanten, buffels en antilopen tegenkomen. De giraffe, de zebra, de neushoorn en het jachtluipaard zijn niet in dit park te vinden.
Je kampeert op een schiereiland aan het kanaal in het park waar ‘s nachts de nijlpaarden aan land komen en de hyena’s en wrattenzwijnen over de camping scharrelen op zoek naar etensresten!

Safari-spelregels
Ter bescherming van het milieu en jezelf verzoeken wij het volgende ter harte te nemen:
– Natuurparken zijn er in de eerste plaats ter bescherming van de natuur. Verstoor nooit dieren b.v. omwille van een mooiere foto. Wees integendeel rustig en schreeuw niet, zodat de dieren vertrouwen in de mens krijgen.
– Houd rekening met je medereizigers als we dieren staan te observeren. Dat je bent uitgekeken hoeft niet voor een ander te gelden. Deelnemers met een videocamera met microfoon zullen het appreciëren als ze de geluiden van dieren op kunnen nemen.
– Vreemd genoeg ervaren de dieren het geluid van een rustig draaiende motor niet als storend. Een menselijk geluid daarentegen vaak wel.
– Sommige deelnemers vragen ons naar slangen. Wees blij als je er één ziet, want ze zijn erg schuw en worden zelden gezien.
– Tijdens een gamedrive mag je NOOIT uitstappen. Als het al moet dan altijd met toestemming van de reisbegeleider of gids.
– Gooi geen afval, papiertjes of peuken (brandgevaar!) uit de truck.
– Het is verboden dieren te voeren.
– De truck/jeep zal het wild altijd voorrang verlenen en zo min mogelijk het wild achtervolgen;
– De truck/jeep zal altijd voldoende afstand behouden tot het wild;
– De kampeerplaatsen waar je overnacht zijn niet omheind. Verlaat het kamp niet, want een geschrokken dier kan gevaarlijk zijn. Moet je er ‘s nachts toch uit, neem dan een goede zaklantaarn mee en maak d.m.v. rumoer duidelijk dat je er aan komt en blijf dicht bij je tent.
– Slaap niet met de tent open.
– Laat NOOIT toiletpapier achter, verbrand het waar geen gevaar voor bos- of savannebranden is of neem de schep mee om het te begraven.
— Neem geen etenswaar je tent in;
– Maak ‘s avonds geen lawaai. Muziekinstrumenten en radio’s zijn verboden in de wildparken. Luister daarentegen naar de geluiden van de wildernis: het gekef van zebra’s, het gehuil van hyena’s en het machtige gebrul van de leeuw.

Kortom, gebruik je gezond verstand en luister aandachtig naar de lokale gidsen en/of de reisbegeleiding. Zij zullen je wijzen op de algemene gedragsregels bij game-drives. Als je beseft dat er met wild niet te spotten valt, beleef je veel plezier aan je safari. Ook na afloop!

Dag 6 Queen Elizabeth Nationaal Park 18 augustus 2006
Het Queen Elizabeth Nationaal Park behoort tot de oudste van de nationale parken in Uganda. Het park is het leefgebied voor de Ugandese kob. Deze antilopensoort wordt ook als de nationale antilope van Uganda beschouwd. De populatie wordt geschat op ongeveer 20.000.

In de vroege ochtend maak je met de truck een gamedrive door het park. Behalve veel wild zul je ook genieten van de prachtige natuur in dit park.
Op het heetst van de dag kun je lekker gaan ontspannen op de veranda van de nabijgelegen fraaie lodge. Vanaf de veranda overzie je het natuurlijk gevormde Kazinga-kanaal dat het Georgemeer en het Albertmeer met elkaar verbindt. Hier is het ook mogelijk om tegen betaling een frisse duik te nemen in het prachtige zwembad. De middag kun je prima besteden aan een boottocht over het brede Kazinga kanaal. Aan de oevers van het kanaal heb je grote kans om nijlpaarden te zien. En met wat geluk zie je een olifantenfamilie die haar dorst komt lessen.

Dag 7 Queen Elizabeth Nationaal Park – Buhoma 19 augustus 2006
Vroeg op. Je maakt een laatste gamedrive, het park weer uit. Een mooie tocht door de Rift-Vallei met prachtige vergezichten op de Ruwenzori’s brengt je naar Buhoma. De komende dagen staan in het teken van de berggorilla’s. De tenten worden opgezet op een camping vlakbij Bwindi, één van de parken waar deze gorilla’s verblijven. Het andere park in Uganda is het Mgahinga Nationaal Park, indien er geen permits te verkrijgen zijn voor Bwindi, wordt er uitgeweken naar dit park.

Aangezien er altijd maar kleine groepjes per dag bij de berggorilla’s worden toegelaten, zullen we de komende dagen op dezelfde plaats blijven. Elke dag heeft een gedeelte van de groep de mogelijkheid om onder begeleiding van rangers op zoek te gaan naar de berggorilla’s. De achterblijvers kunnen de omgeving uitgebreid te voet verkennen. Er zijn verschillende korte of lange wandeltochten mogelijk en je kunt een bezoek brengen aan een pygmeeën stam.

Dag 8 – 9 Buhoma (berggorilla’s) 20 & 21 augustus 2006
Het Bwindi Nationaal Park is de oudste jungle van Afrika en ligt op een hoogte tussen de 1160 en 2600 meter. De vegetatie is buitengewoon uitbundig en het wordt gezien als een van de rijkste gebieden in Afrika op het gebied van de flora. Het is net alsof je door een tropische plantenkas loopt. Het vogelleven in dit gebied is bijzonder rijk.

In de omgeving van het park worden vele projecten, schooltjes en medische voorzieningen gesteund uit de inkomsten van het park.

Dag 10 Buhoma – Bunyonyimeer 22 augustus 2006
Een prachtige tocht brengt je van Buhoma via Kabale naar het Bunyonyimeer. Het Bunyonyimeer ligt op 1950 meter, is 25 kilometer lang en zeven kilometer breed. Met dieptes van 900 meter behoort het tot één van de diepste meren in Afrika. In het meer liggen maar liefst 29 eilanden en er zijn meer dan 200 verschillende vogelsoorten. Bunyonyi betekent dan ook “de plaats van de kleine vogels”. De omgeving van het Bunyonyimeer wordt ook wel het Zwitserland van Afrika genoemd.

Afhankelijk van de aankomsttijd kun je vanmiddag gaan zwemmen of de vogelrijke omgeving te voet verkennen. Je kampeert twee nachten op een prachtige camping aan het meer.

Dag 11 Bunyonyimeer 23 augustus 2006
Je kunt vandaag een boottocht maken naar één van de eilanden in het meer. Met een gids vaar je langs verschillende eilandjes waarbij je aan kunt geven of je aan land wilt. De meeste eilandjes zijn onbewoond, over enkele worden spannende legendes verteld zoals over het eiland Bucuranuka, het eiland dat ‘op zijn kop’ ligt omdat een tovenares er in het verleden niet gastvrij ontvangen werd.

Probeer hier eens uit hoe het is om in een uitgehakte boomstam te varen, het is nog een hele kunst om zonder te om te kantelen de overkant te halen! Aan de overkant van het meer ligt een pygmeeën dorp die je kunt bezoeken.
Je kunt ook naar het plaatsje Kabale waar je je kunt laten vervoeren op een ’boda boda’, een fietstaxi met fel gekleurde zitjes.

Dag 12 Bunyonyimeer – Mburo Nationaal Park 24 augustus 2006
Je gaat vroeg op pad naar het Mburo Nationaal Park. Dit park bestaat over het algemeen uit een heuvelachtig gebied met acacia bomen. Er bevinden zich vijf meren in het park waarvan het Mburo-meer de grootste is. Indien de tijd het toelaat kun je hier vanmiddag onder begeleiding van een ranger een wandeltocht maken op zoek naar elanden, topi’s zebra’s en impala’s. Je overnacht op een camping in het park waar het regelmatig voorkomt dat de nijlpaarden ’s nachts om je tent heen grazen. Dus wees alert!

Dag 13 Mburo – Jinja 25 augustus 2006
Een lange reisdag brengt je naar Jinja. Er wordt gestopt om inkopen te doen in Kampala voordat je naar de camping gaat. ’s Avonds kun je genieten van een prachtige zonsondergang aan de rivier.

Dag 14 Jinja 26 augustus 2006
Vandaag heb je de hele dag de tijd om te gaan wild water raften in een rubberbootje op de Nijl. Na een uurtje oefenen kun je al met een groepje en een ervaren gids de wilde rivier afzakken waar je spectaculaire ‘rapids’ tegenkomt terwijl je je best moet doen niet te ‘loopen’ of uit de boot te vallen. ‘s Middags is er een heerlijke lunch voordat je weer de kolkende golven in gaat.
Voor wie niet van water houdt, is er de mogelijkheid om de omgeving per quad-bike of te voet te verkennen. Wat ook zeker de moeite waard is, is een bezoek aan het nabij gelegen Mabira Forest waar je door de prachtige natuur een stevige wandeling kunt maken.

Dag 15 Jinja – Sipiwatervallen 27 augustus 2006
In de ochtend kun je een bezoek brengen aan de bron van de Nijl. Ontdek waar J.H. Speke de Nijl heeft ontdekt bij ‘Ejjinja’, wat ‘steen in het water’ betekent. Daarna reis je door naar de Sipi watervallen. Vanaf het plaatsje Mbale rijd je via een steile weg naar de voet van Mount Elgon. Op één van de uitlopers van deze berg komen de Sipiwatervallen naar beneden. De grootste van de drie is maar liefst 90 meter hoog! Je zult genieten van deze rustgevende omgeving met vele vogels en plantensoorten. Er kunnen verschillende wandeltochten onder begeleiding van gidsen gemaakt worden. Zij kunnen veel vertellen over de natuur en de cultuur bij Mount Elgon. Ze nemen je mee op een pittige wandeltocht langs watervallen en grotten. Je kunt een dorp bezoeken waar je met de vriendelijke bevolking kennis kan maken en een traditionele maaltijd kunt proberen. Voor wie van nog meer spanning houdt, is het mogelijk een dag te gaan abseilen en rotsklimmen.

Dag 16 Sipiwatervallen – Eldoret 28 augustus 2006
Vandaag ga je de grens bij Malaba naar Kenia over. De grensformaliteiten kunnen wel eens lange tijd in beslag nemen, maar terwijl je aan het wachten bent, vermaak je je met de breedlachende kinderen die koekjes, fruit en pinda’s verkopen. Je overnacht op een sfeervolle camping even buiten Eldoret.

Dag 17 Eldoret – Nakuru 29 augustus 2006
Vandaag reis je richting Nakuru. ‘s Middags kun je (optioneel) een gamedrive maken door het Nakuru Nationaal Park. In het park ligt een sodameer dat bekend staat om haar duizenden (migrerende) flamingo’s die de oevers tijdelijk tot roze kunnen verkleuren. Gadegeslagen vanuit boomtoppen door tawny eagles kun je in dit kleine park ook impala’s, zebra’s, luipaarden, leeuwen en neushoorns tegenkomen. In Nakuru, de vierde grootste stad van Kenia, kan er weer voldoende proviand worden ingekocht voor de komende dagen.

Op ongeveer een half uur rijden van Nakuru ligt de camping temidden van grote landerijen die behoren tot een Keniase eigenaar. Mocht je hem spreken, vraag hem eens naar de verhalen rondom Lord Delamere, de Britse zakenman die aan het begin van de 19e eeuw grootse plannen had met Njoro maar helaas nooit zijn uitgekomen. Omdat het ‘s avonds flink kan afkoelen, leent zich de gezellige bar uitstekend voor een potje dart onder het genot van het goed smakende Keniase bier ‘Tusker’.

Dag 18 Nakuru – Kisii 30 augustus 2006
In circa vijf uur rijd je westwaarts langs Kericho, het gebied waar de theeplantages het uitzicht rondom domineren. Dit gedeelte van Kenia, dat nauwelijks door toeristen wordt bezocht, is het land van de Luo’s, Kenia’s derde etnische groep qua grootte. Ook wonen hier de Luyha, Gusii en de Kalenjin. Je bevindt je in de agrarische achtertuin van Kenia waar de traditionele gewassen maïs, aardappelen, bonen, bananen en andere groenten worden verbouwd op de traditionele manier: hak en ploeg. De armoede in dit deel van Kenia is groot door de landversnippering, veroorzaakt door de bevolkingsdruk. In Kisii overnacht je in een klooster. Soms wordt uitgeweken naar het tegenover het klooster liggende hotel. Je overnacht in 2 persoonskamers met gedeelde douche en toilet.

Dag 19 Kisii – Victoriameer 31 augustus 2006
Over glooiend terrein rijd je door kleine bedrijvige dorpjes waar je af en toe met vreemde ogen worden aangekeken. Je blijft zwaaien naar de kinderen die zo’n grote truck met blanken erin maar een eigenaardig verschijnsel vinden. Net buiten Kisii kan een bezoek gebracht worden aan een lokale zeepsteen markt. Bij Isebania passeren we de Tanzaniaanse grens. In circa twee uur zijn alle grensformaliteiten een feit. Welkom in Tanzania!

Over een goede asfaltweg rijd je door een rotsachtig landschap dat even snel opdoemt als weer verdwijnt. Aan het einde van de middag arriveer je op een paradijselijk plekje aan de oevers van het Victoria meer, waar je op het terras kunt genieten van een prachtige zonsondergang. Het kan gebeuren dat de camping vol is waardoor we uitwijken naar het plaatje Musoma wat aan het Victoria meer ligt.

Dag 20 Victoriameer – Serengeti Nationaal Park 1 september 2006
Vandaag begint voor velen één van de hoogtepunten van de reis: het tweedaags bezoek aan het wereldvermaarde- Serengeti Nationaal Park. In Masai betekent dit ‘eindeloze vlakte’. En dat is het ook! Via de meest westelijk gelegen ingang van de Serengeti rijd je rond het middaguur het park in.

Serengeti spreekt bij veel mensen tot de verbeelding. Niet ten onrechte. In het oudste nationale park van Tanzania (opgericht in 1951) ter grootte van ruim 14.700 km2 bevinden zich een duizelingwekkend aantal dieren waaronder de voornaamsten: 1.500.000 gnoes, 400.000 zebra’s en 200.000 thomson gazellen. In de maanden mei en juni begint de vermaarde trek van deze dieren achtervolgd door een schare aan illustere roofdieren.
De Serengeti is één van de vijf grote eco-systemen in oostelijk- en zuidelijk Afrika waar een (substantiële) leeuwenpopulatie voorkomt van circa 1500 leeuwen. Probeer ze met je verrekijker te spotten of luister aandachtig naar hun wel angstvallig dichtbij klinkend gebrul. Tja, het kan gebeuren dat ze zich in de nabijheid van onze camping ophouden, alwaar je twee nachten verblijft. Douches en toiletten zijn aanwezig, maar verwacht niet teveel van deze voorzieningen. Het feit dat de omheining er ook niet is, maakt deze kampeerplek tot een waar avontuur. Het wild bevindt zich dichterbij dan je denkt.

Serengeti en de Masai
Tanzania heeft ongeveer 29 miljoen inwoners, verdeeld over circa 100 etnische groeperingen die voornamelijk afstammen van de Bantu’s. De Masai wonen vooral in het noordoosten van Tanzania. Tegenwoordig bevolken zij nog maar een klein deel van hun oorspronkelijk gebied, wat voornamelijk ligt in de Serengeti. Buiten de Masai om hebben de meeste stammen hun traditionele manier van leven opgegeven, tijdens de socialistische periode van Tanzania’s eerste president Julius Nyerere, toen stammenverdeling ingeruild werd voor één natie.

Dag 21 Serengeti Nationaal Park 2 september 2006
In de vroege ochtend en de late middag maak je met de truck twee game-drives om de enorme soorten rijkdom aan dieren waar te nemen. Een ‘kleine’ opsomming van de dieren die je in de Serengeti kunt aantreffen: duiker, impala, tsessebee, plain-zebra, thompson gazelle, grant gazelle, water-, bos- en rietbok, topi, oribi- en roan-antilope, buffel, luipaard, cheetah, gevlekte hyena, vleermuisvos, jakhals, serval, caracal, genet en civetkatten, wrattenzwijn, rots-dassies (rock-hyrax), bavianen, masai-giraffen, olifanten en nijlpaarden. Daar komen nog eens bijna 500 vogelsoorten bij, waaronder gieren, ooievaren, valken, buizerds, arenden en struisvogels. Realiseer je dat het spotten van wild altijd een kwestie is van geluk, afgedwongen door een goed observatievermogen én geduld, soms heel veel geduld.

Dag 22 Serengeti Nationaal Park – Ngorongoro-krater 3 september 2006
Na het ontbijt rijd je al game-drivend door de Serengeti. Daar waar je officieel de Serengeti verlaat, rijd je na de lunch direct door een nieuw nationaal park: de Ngorongoro Conservation Area.

Vanaf de camping op de kraterrand heb je een weids uitzicht (als het niet te mistig is) over de bijna twintig kilometer in doorsnee metende krater die zich aan je voeten manifesteert als een natuurlijk amfitheater. Onderweg naar de camping zie je het landschap niet alleen groener en ruiger worden, ook is de kans groot dat je de morans tegenkomt, de Masai-krijgers die hun vee leiden naar de steeds schaarser wordende weidegronden. Soms zie je hier de Isicolio, net besneden jongens die een half jaar afgezonderd moeten leven voordat ze Moran zijn (krijger). Ze zijn herkenbaar aan hun zwarte kleding en wit geschilderde gezichten. Vanwege de hoog gelegen camping kan het ‘s avonds flink afkoelen. Heerlijk om je warme slaapzak weer in te duiken na de warme afgelopen dagen in de Serengeti.

Dag 23 Ngorongoro-krater – Karatu 4 september 2006
‘s Ochtends vroeg staan de 4WD-jeeps klaar voor de game-drive in de Ngorongoro-krater. Haar status als één van de mooiste wildreservaten van Oost-Afrika ontleent de Ngorongoro-krater aan haar variatie in landschap en de dichtheid van het wild in een relatief klein gebied. Net zoals in de Serengeti zijn de meest voorkomende dieren wederom gnoes, zebra’s en thomson gazellen. Ook is de krater dé plek om de zwarte neushoorn te spotten en de zwart gemaande mannetjesleeuwen. Daarnaast komen er grote bulls (mannetjes olifanten) voor, hyena’s, luipaarden, cheetahs, buffels, hartebeesten, eland-antilopen en meer dan 100 vogelsoorten, waaronder de flamingo en de wauw. Laat deze roofvogel de kaas niet van je brood eten als je nietsvermoedend even een stop maakt op de picknickplaats.

Even na het middaguur rijd je met de jeeps de krater weer uit op weg naar Karutu al waar je de tenten opslaat op een camping vlakbij het stadje. De rest van de middag ben je vrij. De nieuw aangelegde weg, brengt meer leven in het rommelige dorpje. Het is een belangrijke stop geworden voor de jeeps die de krater ingaan. Bezoek ‘s avonds bijvoorbeeld de plaatselijke discotheek en laat je meevoeren op het ritme van de Afrikaanse muziek. Proef de lokale sfeer en laat je verbazen over het gemak waarmee je contact hebt met de lokale bewoners van Karatu.

Dag 24 Karatu – Arusha 5 september 2006
De weg vanaf Karatu is net geasfalteerd. Je passeert een dor en rood landschap met panoramische vergezichten over Manyara Nationaal Park en rijdt naar Arusha. Indien de tijd het toelaat kun je hier een kijkje nemen op de lokale ‘craft’s market’, een markt vol met batikdoeken, houtsnijwerken en andere toeristische parafernalia. Vergeet niet om even een broodje te proeven bij de patisserie!

Dag 25 Arusha – Dar es Salaam 6 september 2006
Je neemt afscheid van de kok, de chauffeur en de truck. In de vroege ochtend ga je met een lokale bus naar Dar es Salaam. Je rijdt langs de Pare- en Usambara-bergen door eindeloze vlakten bushveld en langs sisal-plantages. Deze laatste lange rit voert je door de warme en vochtige kustvlakte van Tanzania.

Indien je hebt gekozen om de Kilimanjaro te beklimmen dan reis je mee tot Moshi. Daar word je opgewacht door onze agent die je meeneemt naar het hotel in Moshi vanwaar de beklimming begint.

Dar es Salaam was eens de fraaie hoofdstad van Tanzania, maar jaren van verval hebben de binnenstad onaantrekkelijk gemaakt. Tegenwoordig is Dodoma de officiële hoofdstad, een kostbaar project dat nog niet echt wil slagen. Er is zelfs sprake van om Dar es Salaam weer de hoofdstad te maken. Dar es Salaam is de grootste havenstad van Tanzania, oude houten dhows liggen broederlijk naast moderne containerschepen in de levendige haven.

Je overnacht in een eenvoudig hotel in Dar es Salaam, niet ver van de ferry naar Zanzibar.

Dag 26 Dar es Salaam – Zanzibar 7 september 2006
In iets minder dan twee uur tijd vaar je over de Indische Oceaan naar Stonetown, de hoofdstad van Zanzibar. Onderweg passeer je koraaleilandjes en traditionele bootjes (dhows) te herkennen aan hun driehoekszeilen. Waan jezelf in een andere (islamitische) wereld omringd met azuurblauwe water en aan de einder Stonetown dat opdoemt. Omdat Zanzibar nog steeds een vergaande autonomie heeft, wordt je paspoort bij aankomst in de haven van Stonetown gecontroleerd.
Op Zanzibar, ook wel het ‘Spice island’ genoemd, is veel te zien en te doen. Stonetown ademt nog de sfeer uit van de Arabische en koloniale overheersing en is één van de echte Swahili-eilanden. In de smalle straatjes van de ‘stone town’, de binnenstad, zijn vele kleine winkeltjes waar van alles te koop is. Je overnacht in een eenvoudig hotel op Zanzibar.

Dag 27 Zanzibar 8 september 2006
De komende dagen heb je vrij te besteden op Zanzibar.
Zo rijk Zanzibar is aan kruiden, zo rijk is zij ook geweest aan illustere bezetters. Ze kwamen uit alle windstreken: Egypte, Griekenland, Perzië, Arabië, India, China en Europa. In de vierde eeuw werd Zanzibar bewoond door de Bantu-bevolking, gevolgd door Perzische en Arabische immigranten die hun land hadden ontvlucht. Door de samensmelting met de lokale Afrikaanse cultuur en de uitbreiding van de handelsroutes met islamitische landen, ontstond de huidige taal Kiswahili, vernoemd naar het Arabische woord ‘sahil’ dat ‘kust’ betekent. Ook handelaren en plunderaars uit diverse windstreken kwamen hierheen om hun geluk te beproeven. Uiteindelijk trokken de Omani Arabieren de macht naar zich toe tot halverwege de 19e eeuw toen Zanzibar een Brits protectoraat werd. Het erfgoed van de eeuwenlange overheersing van de Omani-arabieren, is tot op de dag van vandaag merkbaar. Op Zanzibar bevinden zich tientallen moskeeën, de vrouwen lopen er gesluierd rond en het eten wordt met veel oosterse kruiden verrijkt. De rijkdom aan Arabische paleizen, dankt Zanzibar aan de handel in ivoor en slaven. In de periode tussen 1830 en 1876 werden er meer dan 600.000 slaven verhandeld. Ook de export van gedroogde ongeopende bloemknopjes van een boom leverde Zanzibar de faam op van grootste exporteur ter wereld van de kruidnagel! Vanaf 1890 werd Zanzibar een Brits Protectoraat. In 1964, na een bloedige revolutie, kwam een einde aan het Sultanaat Zanzibar en werd het opgenomen als nieuwe provincie van het voormalige Tanganyika die haar naam veranderde in Tanzania.

Stonetown dankt haar naam aan de vele gebouwen die in de 19de eeuw uit koraalsteen zijn opgetrokken. Als een soort kasbah dwaal je in het doolhof van straatjes, steegjes en verborgen pleintjes met stalletjes. Vrouwen lopen rond in hun traditionele kangas die elk zijn voorzien van een boodschap in het Swahili. Bewonder de grote, met koperslag bewerkte houten deuren en balkons. De Arabische en Indiase invloed op de Swahili-cultuur zie je in de architectuur terug. Het Arabische verdedigingsfort, dat de moeite van een bezoek waard is, werd in de 19e eeuw door de Omani-arabieren gebouwd. Uit de tijd van de Sultans stammen de Perzische baden en het ‘House of Wonders’, een wonderlijke naam voor een gebouw met electriciteit én.. een lift in de 19e eeuw! Op de bovenste verdieping, ingericht als museum, vang je nog een vleug op van hoe de Sultans leefden in hun nadagen. Rust aan het eind van de middag lekker uit in de Forodhani-gardens en zie hoe kinderen zich als waterratjes vermaken in het water. Tegen zonsondergang kun je je vergapen aan de vele lekkernijen die terplekke voor je worden gemaakt. Smullen maar.

Dag 28 Zanzibar 9 september 2006
Een ‘must’ op Zanzibar is de magische geurrijke kruidentour. Samen met een lokale gids verken je het rijke plantenleven op Zanzibar. Waar komt jodium nu vandaan? Welke kokosnoot is nu eetbaar? Wat kun je allemaal doen met een kokospalm? Hoe zien de bomen eruit van de tamarinde, de kruidnagel, de cacao, de passievrucht, de ramboetan, de nangka etc. Teveel om op te noemen. Een echte aanrader! Ook kun je een dolfijnentocht maken nabij de stranden van Kizimkazi, eens de hoofdstad van Unguja op het meest zuidelijke tipje van het eiland. Of breng een bezoek aan het Jozani Forest bezoeken waarin de zeldame Red Colobus-aapjes nog voorkomen.

Wil je lekker relaxen, trek er dan op uit per bootje en bezoek de voor de kust van Stonetown liggende tropische eilandjes Bawe en Changuu, waarop circa 20 reuzeschildpadden nog voorkomen. Hier kun je snorkelen of verwen je lichaam met wat heerlijke zonnestralen, immers de gemiddelde jaartemperatuur is 26°C. Op Zanzibar bevinden zich veel bij PADI aangesloten duikscholen.

Dag 29 Vertrek Zanzibar 10 september 2006
Vandaag vlieg je vanaf Zanzibar via Nairobi terug naar Amsterdam. Het kan voorkomen dat je vanaf Dar es Salaam terugvliegt. In dat geval ga je met de boot terug naar Dar es Salaam en ga je door naar de luchthaven.

Dag 30 Aankomst Amsterdam 11 september 2006