Dag 1, 12 oktober 2007 Vlucht naar Cancún, overnachting ValladolidJe komt ’s avonds aan in de badplaats Cancún, waar de reisbegeleider je opwacht. Je rijdt meteen door naar het koloniale plaatsje Valladolid. Hier kom je ongeveer twee uur later aan. In dit rustige stadje kun je sommige van de oudste kerken uit de regio terugvinden. Zoals bij bijna alle koloniale steden in Yucatán werden de meeste gebouwen gemaakt van de restanten van een oude Maya-site, die zich op dezelfde plek als het huidige Valladolid bevond.
Dag 2, 13 oktober 2007 Valladolid – Chichén Itzá – Mérida
Vandaag rijd je door het typische vlakke en uitgestrekte landschap van Yucatán, dat voornamelijk begroeid is met kort, stug struikgewas. Hoewel deze streek erg droog is, zijn er wel talrijke ‘cenotes’ (waterbronnen) te vinden. Zo’n vierduizend zijn er in Yucatán, die al van oudsher, onder meer om religieuze redenen, door de Maya’s gebruikt worden. Het hoogtepunt vandaag is natuurlijk het bezoek aan de imposante ruïnes van Chichén Itzá. Het bekendste bouwwerk hier is de negen verdiepingen tellende piramide van Kukulcán. Het aantal traptreden is gerelateerd aan de Maya-kalender; die kalender kende evenals de onze 365 dagen, maar had een andere verdeling in ‘maanden’. In de middag ga je nog langs Izamal, waar de grootste piramide van Yucatán ooit te vinden was. De Spanjaarden hebben deze omgebouwd tot een Franciscaans klooster dat nog steeds in gebruik is. Het dorpje speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Yucatán en is geheel geel geschilderd. In Mérida, met veel gebouwen in Spaans-koloniale stijl, kun je op de diverse pleinen in de stad de Mexicanen zien flaneren. Je verblijft in een hotel in het centrum van de stad. Probeer hier zeker ‘Pollo Pibil’ (kip in bananenblad), één van de specialiteiten van de Yucateekse keuken.
Dag 3, 14 oktober 2007 Mérida – Uxmal – Palenque
Na vroeg in de ochtend de sfeer te hebben geproefd in het wakker wordende, typische Yucateekse dorpje Muna, breng je een bezoek aan Uxmal, een van de bekendste en best bewaarde Maya-complexen van Mexico. De stijl van de gebouwen uit deze regio zijn vernoemd naar het bijbehorende landschap, de zogenaamde Puuc-heuvels. In het droge Yucatán hebben de Maya’s in Uxmal indertijd een ingenieus systeem van reservoirs en ondergrondse tunnels gebouwd. Tijdens het regenseizoen probeerden zij op deze manier zoveel mogelijk water op te vangen om de droge periode door te komen. Water heeft in dit droge gebied altijd een vitale rol gespeeld; dit is duidelijk te zien aan de goed bewaard gebleven afbeeldingen van de regengod Chac, die hier sterker vertegenwoordigd is dan elders. Je kunt rustig ronddwalen tussen de ruïnes van het Nonnenhuis, het huis van de Schildpadden en de Grote Piramide. Na dit bezoek vervolg je de lange rit naar Palenque.
Dag 4, 15 oktober 2007 Palenque, vrije dag
Palenque ligt op de grens van het laagland van Yucatán en de Lacandón-jungle van Zuid-Mexico. Na het ontbijt kun je de beroemde ruïnes van Palenque bezichtigen. Deze kregen vooral bekendheid toen in een van de piramides, de Templo de las Inscripciones, in 1952 een geheime gang werd ontdekt die leidde naar de grafkamer van de Maya-priesterkoning Pakal. Vóór die tijd werd aangenomen dat de tempels op de Maya-piramides slechts een ceremoniële functie hadden, nu bleek dat de piramide zelf ook kon dienen als begraafplaats voor de elite. In 1994 is hier nog een tweede graf gevonden, waarschijnlijk van een vrouw. Je kunt zo lang je wilt tussen de ruïnes dwalen, of het museum bij de ruïnes bezoeken, waar mooie aardewerk potten en beelden te zien zijn. Daarnaast kun je in de middag een junglewandeling maken in de buurt van de ruïnes en daarbij misschien het geluk hebben brulapen of toekans te zien. Het is natuurlijk ook mogelijk lekker te ontspannen aan de rand van het zwembad van ons hotel.
Dag 5, 16 oktober 2007 Palenque – Agua Azul – San Cristóbal de las CasasIn de ochtend vertrek je richting de watervallen van Misol Ha en Agua Azul (het Blauwe Water). De watervallen van Agua Azul zijn, vooral buiten het regenseizoen, azuurblauw en strekken zich enkele kilometers terrasvormig uit. Je kunt een mooie wandeling langs de watervallen maken of natuurlijk erin zwemmen. In de loop van de middag maak je een prachtige rit door de hooglanden naar San Cristóbal de las Casas.
Dag 6-7, 17 & 18 oktober 2007 San Cristóbal de las Casas, vrije dagen
Deze op ongeveer 2100 m hoogte gelegen vroegere hoofdstad van de Mexicaanse staat Chiapas heeft de gemoedelijke bedrijvigheid van een uit de kluiten gewassen bergdorp. Dagelijks komen hier vele indianen uit de omliggende Tzeltal- en Tzotzildorpjes om hun waren te verkopen. Omdat ieder dorp z’n eigen kleurrijke klederdracht heeft, is een bezoek aan de markt erg boeiend. Veel mensen hier spreken uitsluitend hun eigen Maya-talen, en slechts weinig Spaans. In het Museum van Bolom kun je tijdens een rondleiding meer informatie vergaren over de Lacandón indianen van Chiapas. Het is zelfs mogelijk om in het museum te dineren! `s Avonds is er voor geïnteresseerden de mogelijkheid om in het klederdrachtmuseum van Sergio Castro (zie tekst ‘Stichting Chiapas Indianen’) een lezing bij te wonen over de indiaanse bevolking van Chiapas. Hij geeft uitleg bij een diaserie over de gebruiken, gewoontes en rituelen van de Chamula-indianen, en geeft informatie over het klederdrachtmuseum zelf. Een goede voorbereiding op de tijd die je in dit gebied zult doorbrengen!
In de prachtige omgeving van San Cristóbal kun je onder meer een bezoek brengen (eventueel onder leiding van een gids) aan de Indiaanse dorpen San Juan Chamula en Zinacantán. Opvallend is de traditionele kleding: blauw-witte huipiles in Chamula en fel roze wollen tunieken in Zinacantán. Het is zeer aan te raden om even een kijkje in de kerk van Chamula te nemen. Hier zie je duidelijk een vermenging van het katholicisme en oude indiaanse religies; in plaats van keurige kerkbanken zie je een met dennennaalden bedekte vloer en veel offerplaatsen waar groepjes indianen kaarsen branden en aan hun uitverkoren heiligen offeren. Het is strikt verboden binnen in de kerk en tijdens religieuze rituelen te fotograferen. Overtreding hiervan wordt zwaar berispt!
Een andere facultatieve excursie leidt naar de 45 minuten verder gelegen imposante Cañon de Sumidero, sinds 1996 een beschermd natuurgebied. Je kunt een boottocht maken tussen de steile wanden van de Cañon, die op sommige plaatsen wel 1000 meter diep is uitgesleten door de rivier. De witte reigers en de zopilotes (Mexicaanse gieren) hebben hier een paradijselijke broedplaats gevonden. Op de oevers kun je de krokodillen zien liggen zonnebaden. De kloof vormde ooit het tafereel van een van de grootste bloedbaden van Mexico. Hier stortten zich volgens de legende in de 16e eeuw circa duizend indianen naar beneden, de dood verkiezend boven overgave aan de Spanjaarden.
Dag 8, 19 oktober 2007 San Cristóbal de las Casas – Totonicapán
Vandaag is een lange reisdag naar buurland Guatemala. Nadat je de grens bij Ciudad Cuauhtémoc bent gepasseerd, reis je door een van de spectaculairste landschappen van Guatemala: hooggebergte met prachtig uitzicht op de omliggende dorpjes en vulkanen. Je komt langs steden met mooie namen als Huehuetenango en Quetzaltenango. Al gauw zul je het verschil proeven tussen beide landen. Onderweg zie je al de kleurige kleding die de hooglandbevolking nog draagt. De Guatemalteken zijn bijzonder vriendelijk, maar ingetogen; zij stellen prijs op hun privacy en hun familieleven. Van een straatleven ‘s avonds, zoals we dat in Mexico kennen, is hier dan ook niet of nauwelijks sprake. Je rijdt door naar San Miguel Totonicapán, in de volksmond Toto geheten; de hoofdgemeente van deze streek. Op het platteland van Guatemala is de gastvrijheid van de bevolking het duidelijkst merkbaar. Op de patio van het gemeenschapshuis word je opgewacht door de Guatemalteekse families bij wie je gaat overnachten. De dorpsbewoners hebben dit kleinschalige en unieke project zelf opgezet en profiteren hiermee dus direct van het toerisme. Door dit rechtstreekse contact met de lokale bevolking leer je hun land en hun leefwijze nog beter kennen. De overnachting kan weliswaar primitief zijn, maar de mogelijkheid om dit mee te maken is uniek!
Dag 9, 20 oktober 2007 Totonicapán – Chichicastenango
’s Ochtends vroeg kun je een korte wandeling maken door de mooie omgeving. Je gaat met het gilde van de shamanen, medicijnmannen, naar een heuvel in de omgeving waar ze zich nog steeds verzamelen om hun oude gebruiken uit te oefenen. Hier kun je onder begeleiding van een shamaan zo’n ritueel bijwonen. Op het zwartgeblakerde altaar worden kaarsen en kippeneieren geofferd. Je krijgt van hem of haar uitleg over de geschiedenis, het geloof en de gebruiken van de hedendaagse Maya’s.
Indianen komen van soms wel honderd kilometer verder gelegen dorpjes op de markt van Chichicastenango om hun waren te verkopen, zoals mooi Indiaans handwerk en textiel. Velen maken ook van de gelegenheid gebruik om een bezoek te brengen aan de parochiekerk Santo Tomás. Hier zijn kalendervoorspellers druk in de weer om mensen te voorzien van goede adviezen ten aanzien van gezondheid, werk en geluk. En ook al klinkt het vreemd, de begraafplaats met vele honderden graven in onder andere groen, hard roze en geel is een bezoekje waard. Om bepaalde wensen in vervulling te doen gaan is het gebruikelijk om een zogenaamde ‘chuchkajou’ in de arm te nemen. Een ‘chuchkajou’ is een man die op de hoogte is van de noodzakelijke rituelen en gebeden en als een soort medium fungeert tussen zijn cliënt en de geesten van heiligen en voorouders. Er worden bloemen, kaarsen en drank geofferd en wierook gebrand. Deze dag is verder natuurlijk gereserveerd voor een bezoek aan de markt zelf, een fantastisch kleurrijk spektakel.
Dag 10, 21 oktober 2007 Chichicastenango – San Pedro Laguna (meer van Atitlán)
Je vervolgt de reis via een prachtige route door de bergen naar het op 1560 m hoogte gelegen meer van Atitlán. Met de lokale veerdienst maak je de overtocht naar San Pedro la Laguna, waar je overnacht in een eenvoudig, maar schoon en vriendelijk pension. Het meer van Atitlán werd ooit door Aldous Huxley het mooiste meer ter wereld genoemd. Zelfs als dit oordeel enigszins gekleurd is door dichterlijke romantiek, biedt dit meer, omgeven door drie grote vulkanen en talrijke indiaanse dorpjes, een fantastische aanblik. Om hier ten volle van te kunnen genieten hebben we gemeend er goed aan te doen niet te overnachten in het toeristische plaatsje Panajachel.
Dag 11, 22 oktober 2007 San Pedro Laguna, vrije dag
San Pedro ligt aan de oever van het meer te midden van koffieplantages. De vulkaan San Pedro vormt een imposant decor voor het meer van Atitlán en daagt uit tot een beklimming die weliswaar zwaar, maar de moeite waard is. De top biedt je een prachtig uitzicht over het hele meer en de rondom liggende indiaanse dorpen. De afdaling van de vulkaan is een pittige tocht over rotsblokken en steile paadjes naar beneden. Deze dag kun je natuurlijk ook anders besteden. Je kunt langs de oevers van het meer wandelen, door de koffieplantages en langs verschillende dorpjes. Andere mogelijkheden zijn het huren van een kano om er zelf op uit te trekken, met een bootje naar naburige dorpjes te varen, of gewoon wat genieten van de rust of het uitzicht. Ook zijn er prachtige paardrijdtochten mogelijk.
Nota bene
Het kan voorkomen dat de beklimming van de vulkaan San Pedro door weersomstandigheden niet mogelijk is. De reisbegeleider zal je hierover ter plekke informeren.
Dag 12, 23 oktober 2007 San Pedro Laguna – Antigua
Je vertrekt ’s ochtends en vaart opnieuw met de boot over het prachtige meer, waar de bus staat te wachten om je naar de oude koloniale stad Antigua te brengen. Antigua staat in zijn geheel als cultureel erfgoed van de mensheid op de lijst van de UNESCO. Het biedt echter ook wereldse genoegens in de vorm van voortreffelijke restaurants met prachtige patio’s. Het is verder dé plek om jade te kopen, in welke vorm dan ook!
Dag 13, 24 oktober 2007 Antigua, vrije dag
Hoewel de stad Antigua haar vroegere bestuurlijke status niet meer heeft, is er op cultureel gebied beduidend meer te zien en te doen dan in de huidige hoofdstad Guatemala-Stad. Het gevolg is dat zich hier veel kunstenaars en intellectuelen hebben gevestigd en men bijzonder zuinig is op het pittoreske en monumentale karakter van deze stad. Daar komt bij dat Antigua vrij klein en overzichtelijk is. Het ligt landschappelijk heel mooi tussen drie vulkanen. Bijzondere aandacht verdienen de kerken. Niet alleen van buiten zijn ze meestal buitengewoon mooi gedecoreerd, ook van binnen komen we vaak een overdaad aan weelderige decoraties tegen. Het feit dat heiligen zo’n belangrijke rol spelen in het Midden- en Zuid-Amerikaanse katholicisme resulteerde in een groot aantal beelden en rijk gedecoreerde altaren. Bij de altaren zie je ook vaak allerlei dankbetuigingen in de vorm van o.a. brieven, foto’s en borduurwerkjes van gelovigen.
De liefhebbers van een stevige klim kunnen naar de Pacaya vulkaan gaan. Als de vulkaan actief is wordt deze beklimming, vooral ’s nachts, als zeer spectaculair ervaren.
Nota bene
Door omstandigheden kan het voorkomen dat de beklimming van de vulkaan Pacaya niet mogelijk is. De reisbegeleider zal je hier ter plekke over informeren.
Dag 14, 25 oktober 2007 Antigua – Copán (Honduras)
Vanuit Antigua rijd je via een droog, bergachtig gebied naar de uitgestrekte vallei van de Motagua-rivier. Halverwege sla je af richting het zuiden en bereik je in de namiddag de Hondurese grens. Vanaf de grens zit je nog slechts een half uurtje in de bus voordat je aankomt in het stadje Copán, waar je de nacht doorbrengt. De vruchtbare vallei van Copán is een van de belangrijkste tabaksgebieden van Honduras. Hier komen de fijne bladeren vandaan die gebruikt worden voor het vervaardigen van sigaren. In de omgeving zie je de schuren van adobe (in de zon gedroogde klei) en hout voor het drogen van tabak.
Dag 15, 26 oktober 2007 Copán, vrije dag
Het is aan te raden om vroeg op te staan, zodat je de hitte bij de ruïnes zoveel mogelijk kunt mijden. Omdat de ruïnes slechts een kilometer van de stad verwijderd liggen kun je er te voet naar toe gaan. Copán is het meest zuidelijke grote Maya-centrum en dé plaats waar de Maya-kunst haar hoogtepunt bereikte. Dit is te zien aan de prachtige gedetailleerde patronen die de stèles, tempels en trappen bedekken. De andere Maya-centra die wij op deze reis bezoeken waren wellicht groter, maar nergens bloeide de decoratieve kunst zoals in Copán. De inwoners perfectioneerden verder hun astronomie en kalender, en gaven op de stèles door middel van hiërogliefen aan wie regeerden en wat onder hun bewind gebeurde. Ook het museum dat bij de ruïnes gebouwd is, is een aanrader. Er staat onder meer een kopie op ware schaal van de piramide ‘Rosalila’ die onder de hoofdpiramide van Copan ligt, en geheel bewaard is gebleven. De rest van de dag kun je bijvoorbeeld in de prachtige omgeving wandelen tussen de maïs- en tabaksplantages of paardrijden. Ook is het mogelijk om warmwaterbronnen of het lokale zwembad te bezoeken.
Dag 16, 27 oktober 2007 Copán – Rio Dulce
In de ochtend verlaat je Honduras en vervolgt de weg naar de Rio Dulce (zoete rivier). Onderweg maak je een lunchstop bij de tussen bananenplantages gelegen ruïnes van Quiriguá. Deze weinig bezochte ruïnes zijn vooral bekend om de circa 10 meter hoge, fraai versierde, stèles. De connectie met Copán is bij het zien van deze stèles meteen duidelijk! In de middag rijd je door naar de Rio Dulce. Je overnacht in de aan de oever van de rivier gelegen Hacienda Tijax, een jungle-lodge die gericht is op duurzaam toerisme. Midden tussen de bomen staan hutten en huizen met gedeeld sanitair. Ze zijn allemaal gebouwd op palen, en te bereiken via houten loopbruggen. Een lange hangbrug loopt door het jongere bos heen dat tot de hacienda behoort, en er zijn wandelpaden door het aangrenzende oorspronkelijke regenwoud en mangrovegebied. Onder begeleiding van een gids kun je een wandeling over het terrein maken, waarbij deze uitleg geeft over planten, bomen en vogels die de streek eigen zijn, en die in Tijax een enclave hebben gevonden om te overleven. Tijdens de wandeling kunnen liefhebbers over een 17 meter hoge hangbrug tussen de bomen lopen, waardoor je ook de dieren en planten in de toppen van de bomen kunt waarnemen. Voor de ‘deur’ (want die is er niet) van het restaurant liggen aan de aanlegsteiger boten van gasten uit de hele wereld, en er is onlangs zelfs een klein zwembad aangelegd. Inmiddels is Tijax een modelproject geworden voor duurzaam toerisme. Deze overnachtingsplek, die uniek is in de regio, past uitstekend in de visie van Baobab. Het relatieve gebrek aan luxe wordt gecompenseerd door de unieke ervaring te slapen omringd door geluiden uit de natuur. Neem wel je voorzorgsmaatregelen tegen de bij elke rivier aanwezige insecten! Klamboes zijn gelukkig al aanwezig.
Dag 17, 28 oktober 2007 Rio Dulce – Flores, vrije ochtend, fac. excursie Livingston
In de morgen kun je een boottocht maken naar Lívingston. Deze boottocht voert over de rivier Río Dulce, die de verbinding vormt tussen het meer van Izabal en de Caribische Zee. Dit hele stuk wordt als natuurreservaat beschouwd, voornamelijk ter bescherming van de zeldzame zeekoe. Maar ook de waterlelies en –hyacinten zijn prachtig. De oevers worden bewoond door diverse soorten watervogels. Eenmaal aangekomen in Lívingston, een Creools vissersdorp, doet niets meer denken aan het Guatemala dat we tot nu toe hebben gezien. Kleurige houten huizen, vissersbootjes, palmbomen en een bijna uitsluitend negroïde bevolking (oorspronkelijk afkomstig van het eiland St. Vincent) maken dit dorp tot een unieke plek. Geen imposante monumenten of geschiedenis, maar een blik terug in de tijd en een totaal andere wereld vormen de aantrekkingskracht van deze plaats aan de Caribische Zee. Verder kun je nog een paardrijdtocht maken, waarbij je door een gids uitleg kunt krijgen over alle (medicinale) eigenschappen van de verschillende planten. ‘s Middags rijd je naar Flores. Flores ligt zo’n 200 km ten noorden van Izabal, ongeveer drie en een half uur rijden. De rit van vandaag brengt je dwars door de (semi)jungle. Steeds meer mensen trekken dit gebied in om land vrij te maken voor het houden van vee of het verbouwen van maïs. Dat heeft tot gevolg dat de omvang van het bosareaal aan het afnemen is. Flores, de regionale hoofdstad, ligt in het hart van het Petén-oerwoud en is gebouwd op een eiland middenin het meer van Petén.
Dag 18, 29 oktober 2007 Flores, bezoek aan Tikal – vrije middag
Deze dag staat geheel in het teken van een bezoek aan Tikal, het meest bekende en tot op heden grootste Maya-complex. De afmetingen van zowel de gebouwen als de ruïnestad zijn enorm. Een aantal piramides steekt een flink stuk boven de omringende jungle uit en wie de moeite neemt er één te beklimmen, heeft een prachtig uitzicht over het dichte regenwoud en de piramides. De stad is gebouwd rond het begin van onze jaartelling en werd ongeveer 900 jaar later in vrij korte tijd voorgoed verlaten. Nog steeds worden overal in deze jungle en in Tikal zelf nieuwe vondsten gedaan die over het algemeen steeds meer antwoorden over deze beschaving opleveren. Wat het bezoek aan Tikal verder zo aantrekkelijk maakt is het feit dat je, op weg naar de verschillende opgravingen, door ongerept en beschermd natuurgebied loopt, compleet met brul- en spinapen, pizotes (een soort neusbeertjes), toekans, parkietachtige en kolibries. Een betere combinatie van cultuur en natuur is nauwelijks denkbaar. Raadzaam is het wel om vroeg op te staan, zodat de kans groter is om dieren te zien. Ook het zicht vanaf de piramides over de jungle met een opgaande zon is onvergetelijk. In de middag kun je vanuit Flores een wandeling maken naar Santa Elena, of per kano of motorbootje een bezoek brengen aan een van de dorpjes rond het meer.
Dag 19, 30 oktober 2007 Flores – Caye Caulker
Je steekt de grens over naar Belize City en vaart vandaar per motorboot in ongeveer een uur naar Caye Caulker. Op dit kleine eiland rijden vrijwel geen auto’s en iedereen beweegt zich langzaam voort. De borden ‘Go Slow’ die her en der zijn geplaatst verzoeken je nog eens je vooral niet te haasten. Caye Caulker roept beelden op van wuivende palmen, azuurblauw water en ontspanning, en je kunt dit dan ook heerlijk gaan doen. Caye Caulker is weliswaar gericht op toerisme, maar veel rustiger en kleinschaliger dan de stranden en plaatsen rondom Cancún in Yucatán.
Dag 20, 31 oktober 2007 Caye Caulker, vrije dag
Deze dag kun je lekker bijkomen. Je kunt snorkelen in de helderblauwe/turkooizen wateren van de Caribische kust met roggen, reuzenschildpadden, kreeften, zee-egels en kleurige vissen in overvloed. Ook de vriendelijke zusterhaaien zijn hier te vinden. En met wat geluk kom je scholen dolfijnen tegen. Natuurlijk is het ook mogelijk om duiktochten te boeken bij een van de duikwinkels. Mangrove en palmbomen sieren de kustlijn en een vrijwel constante zeewind maakt de temperatuur zeer aangenaam. De meeste bewoners van Caye Caulker zijn afstammelingen van Afrikaanse slaven die zich na de afschaffing van de slavernij over de kusten van Belize, Honduras, en Guatemala hebben verspreid. Omdat Belize een Engelse kolonie was, ontbreken ook Engelse invloeden niet. Je kunt hier bijvoorbeeld Guiness drinken terwijl je geniet van de tropische zon.
Dag 21, 1 november 2007 Caye Caulker – Playa del Carmen
Een lange maar afwisselende reisdag! Vroeg in de ochtend ga je terug naar het vasteland om vervolgens per bus door te reizen naar de Mexicaanse badplaats Playa del Carmen. Daar kun je ‘s avonds genieten van een welverdiende cocktail en een keuze maken uit de vele goede restaurants die Playa del Carmen rijk is.
Dag 22, 2 november 2007 Vertrek naar Nederland
Vandaag ga je naar het vliegveld van Cancun voor de terugvlucht naar Nederland.
Dag 23, 3 november 2007 Aankomst in Amsterdam